Dit jaar is de nieuwe EPBD IV goedgekeurd. Hierin zijn afspraken gemaakt voor het verder verduurzamen van de bebouwde omgeving. Het doel is om in 2050 een uitstootvrije bebouwde omgeving te hebben. Er mogen in een gebouw dan geen fossiele brandstoffen meer gebruikt worden. Om dit in 2050 gerealiseerd te hebben, zijn we natuurlijk al druk bezig met het verbeteren van al het vastgoed zodat ze in de (nabije) toekomst geen gas meer nodig hebben.
Met behulp van het maatwerkadvies kan er eenvoudig een stappenplan gemaakt worden voor deze transitie. In maatregelen kunnen de verschillende onderdelen voor het isoleren en aanpassen van de installaties worden gedefinieerd. In de varianten kunnen deze vervolgens worden samengevoegd tot de verschillende stappen in het verduurzamingsplan. Hierdoor is er snel in te zien wat de effecten zijn van de verschillende maatregelen op het energielabel en energieverbruik.
Vaak wordt er ook een all-electric variant doorgerekend. Hierin wordt de volledige warmtebehoefte voorzien door een warmtepomp. Het berekende gasverbruik gaat naar nul en het elektriciteitsverbruik stijgt vervolgens afhankelijk van de efficiëntie van de gebruikte warmtepomp. Zo zal ook de berekende besparing groter zijn bij gebruik van een kwaliteitsverklaring dan bij een warmtepomp die met forfaitaire waarde berekend wordt.
Bij de transitie naar oplossing met een warmtepomp zijn er echter een aantal belangrijke vragen waar het maatwerkadvies geen antwoord op kan geven: Wat is het nodige vermogen van de warmtepomp om het gebouw te verwarmen? Kunnen de ruimtes nog verwarmd worden met de huidige afgiftesystemen? Wat is het aansluitvermogen dat ik nodig heb? Om deze vragen van antwoorden te voorzien is een warmteverliesberekening nodig, wat gemaakt kan worden in Vabi Elements.
De basis van een warmteverliesberekening in Vabi Elements is een gedetailleerd 3D model van het gebouw. Hierin zijn ook de verschillende ruimtes met bijhorende functies gedefinieerd. Daarnaast hebben de verschillende bouwelementen natuurlijk de benodigde gegevens nodig van de isolatiewaarden en worden de ventilatiestromen mee in rekening genomen. Met een warmteverliesberekening in Vabi Elements kan daarmee nauwkeurig in beeld gebracht worden wat het nodige vermogen is. Omdat het een berekening is op ruimteniveau, is eenvoudig in te zien wat per ruimte het nodige afgiftevermogen is. Zo is te zien of een ruimte verwarmd kan worden met de huidige afgifte, of dat er bijvoorbeeld toch eerst verder geïsoleerd dient te worden.
Het maken van deze berekening is vaak een stuk complexer en het detailniveau waarschijnlijk ook hoger dan in een standaard advies nodig is. Echter is het voor een goed advies met een warmtepomp belangrijk om het nodige vermogen te weten. Zo wordt er voorkomen dat er voor een te lichte warmtepomp wordt gekozen die de woning niet warm krijgt, of dat er wordt gekozen voor een te hoog vermogen wat zorgt voor een inefficiënte werking en hoge energierekening. Daarnaast zijn ook de benodigde investering en subsidie afhankelijk van het gekozen vermogen.
Om die reden zijn we nu aan hard aan het werk om een warmteverliesberekening als aanvullende module beschikbaar te maken in Vabi EPA. Een gedetailleerde berekening van de nodige afgifte per ruimte is niet mogelijk, omdat hiervoor een 3D model nodig is om de onderlinge warmtestromen mee te kunnen nemen. Maar voor een berekening van het energielabel is er ook informatie nodig van de geometrie en de daarbij horende isolatiewaarden. Met deze gegevens kan wel een warmteverlies schilberekening worden gemaakt waarmee het nodige vermogen van een warmtepomp kan worden bepaald. Gekoppeld met het maatwerkadvies wordt daarmee ook snel inzichtelijk wat het effect is van isolerende maatregelen op het nodige vermogen en welke warmtepomp er in een variant aangeboden moet worden.
Mocht je hier meer informatie over willen neem dan gerust contact met ons op.