Nodige koelvermogen bepalen volgens bijlage AA met de rekentool en EPA NTA8800

Sinds 1 juli is het toepassen van actieve koeling bij nieuwbouw niet zomaar voldoende om aan de TO-juli eis te voldoen. Er moet daarbij worden aangetoond dat het geïnstalleerde vermogen voor koeling voldoende is om aan de koelbehoefte in de woning te voldoen. Dit kan op twee manieren: of de opbouw van de gebouwschil geeft voldoende aanleiding om aan te nemen dat de koeling voldoende is, of er is een aanvullende berekening aanwezig. De hele wijziging is terug te lezen in het artikel ‘Risico op oververhitting vanaf 1 juli’.

Een van de mogelijke aanvullende berekeningen staat in de nieuwe bijlage AA van de NTA 8800. Hiermee kan het benodigde koelvermogen van de woning worden getoetst. Aan de hand van de beschikbare invoer en resultaten uit de NTA 8800 in combinatie met een aantal aanvullende gegevens, kan op vertrekniveau gekeken worden wat de koelbehoefte is. Omdat dit een berekening is op vertrekniveau is dit niet standaard opgenomen in de labelberekening, wat op niveau van de rekenzones gebeurt.

Deze zomer heeft RvO voor deze berekening een rekentool beschikbaar gesteld. Via dit contactformulier kan de tool worden aangevraagd. In dit artikel wordt uitgelegd hoe deze gebruikt kan worden en hoe je de nodige invoer correct haalt uit de labelberekening in EPA.

De invoer van de rekentool gebeurt op twee niveaus. Het begint met algemene gegevens op niveau van de rekenzone. Dit zijn de gegevens over het bouwjaar, oriëntatie van de woning, gebruiksoppervlakte en specifieke werkzame massa. Daarnaast zijn er op het niveau van de rekenzone gegevens nodig over de luchtcirculatie. Dit zijn de debieten van de infiltratie, natuurlijke toevoer en mechanische ventilatie in de maand juli. De rekentool gaat uit van een berekening voor een woning die bestaat uit één rekenzone. Als de woning bestaat uit meerdere rekenzones, is het dus belangrijk om goed te kijken welke informatie bij de welke rekenzone hoort.

In de huidige versie (11.0 of eerder) zijn de gegevens van de ventilatiestromen alleen te vinden in een .csv uitdraai van de gedetailleerde resultaten. Om deze te genereren zijn verschillende stappen nodig:

  • Als er in het object meerdere rekenzones zijn, is het allereerst belangrijk om het object op te splitsen. Dit kan door bijvoorbeeld de rekenzone met koeling eerst te exporteren en vervolgens weer in een nieuw object te importeren. De gedetailleerde resultaten in het csv bestand zijn namelijk alleen op objectniveau beschikbaar.
  • Om deze resultaten te raadplegen moet vervolgens een Excel rapportage van het object worden gemaakt. Daarbij worden op de achtergrond twee .csv bestanden (met invoer en resultaten gegevens) gemaakt en opgeslagen in de temp folder van de Windows gebruiker. Op deze supportpagina is dit verder beschreven en uitgelegd met een filmpje.
  • In deze resultaten.csv zijn de drie benodigde waarden terug te vinden onder q;v;eff;lea;in, q;v;eff;vent;in en q;v;mech;in. Hierbij dient dan de waarde genomen te worden die hoort bij de maand juli.

In de eerstvolgende update 11.1 (verwacht oktober 2024), zullen deze waarden terug te zien zijn in de objectenrapportage (export alle datavelden), onder het tabblad TO:

In de Excel worden de resultaten getoond per rekenzone. Het is dan niet meer nodig om voor de gegevens van de ventilatiestromen eerst een apart object te maken per rekenzone.

Met bovenstaande gegevens zijn de algemene gegevens van de rekenzone opgegeven. In de volgende stap in de rekentool, moeten de gegevens van de ruimten worden opgegeven waarvoor de koellast wordt berekend. Per ruimte worden er gegevens gevraagd over de oriëntatie, oppervlakte en isolatiewaarden van de scheidingsconstructies. Daarnaast is de informatie nodig over de aanwezige ramen en de eventuele bijhorende beschaduwing en zonwering. Deze gegevens zijn op rekenzone niveau ook al aanwezig in de invoer voor de labelberekening, echter is het hier belangrijk om de juiste oppervlakte toe te wijzen aan de juiste ruimte.

Het resultaat is een berekende koellast voor de zontoetreding, interne warmtelast en door warme buitenlucht. In totaal geeft dit voor elke ruimte de benodigde koelcapaciteit en daarmee het minimaal op te stellen koelvermogen. Met deze berekening kan er voor de opdrachtgever dus aangetoond worden dat het voorziene koelvermogen voldoet of niet.

Wil je meer informatie of heb je een vraag over het bepalen van het nodige koelvermogen? Neem dan contact met ons op, we helpen je graag verder.

Gerelateerde artikelen

26 september 2024
Vraag het Esther: Deze week gaat het over PvE Gezonde Kantoren

In het Programma van Eisen Gezonde Kantoren komen ook vraagstukken over het comfort aan de orde. Ik zal dit keer ingaan, hoe met behulp...

24 september 2024
Sneakpreview: Vabi EPA en Vabi Assets 11.1

Begin november staat er een nieuwe update op de planning, Vabi EPA en Assets 11.1. Naast de verschillende noodzakelijke verbeteringen zijn er ook enkele...

24 september 2024
Transitievisie Warmte naar warmteprogramma: wat houdt het in?

In 2021 hebben alle gemeenten een Transitievisie Warmte op moeten opstellen. Hierin geven de gemeenten per wijk aan wat het meest waarschijnlijke duurzame alternatief...