In de zomer van 2022 zijn de Nationale Prestatieafspraken (NPA) vastgesteld. Hierin zijn afspraken gemaakt tussen het Rijk, VNG, Aedes en de Woonbond met doelstellingen rondom bouwproductie van sociale huurwoningen, betaalbaarheid en het verduurzamen van de woningen. De investering die hiervoor nodig is moet komen van het afschaffen van de verhuurdersheffing. De doelstelling voor het verduurzamen van de woningvoorraad is opgedeeld in 3 subdoelen: het uitfaseren van slechte energielabels (E, F of G) tegen 2028, het aardgasvrij maken van 450.000 woningen en het toekomstklaar isoleren van 675.000 woningen tegen 2030. Daarbij mogen de huren niet verhoogd worden na isolatie, met uitzondering van een eventuele energieprestatievergoeding.
In het onderstaande artikel lichten we de verschillende onderdelen toe en leggen wij uit hoe Vabi Assets Energie je hierin kan ondersteunen.
Uitfaseren E,F,G labels
In de Nationale Prestatieafspraken is afgesproken dat uiterlijk in 2028 alle E, F en G labels uit de sector verdwenen zijn. Met de uitzondering van monumenten, voor sloop aangemerkte woningen en onder voorwaarde dat 70% van de huurders en eventuele VVE instemt. Vorig jaar heeft de Autoriteit woningcorporaties (Aw) een studie gedaan naar deze afspraak. Hieruit blijkt dat er in 2022 al veel woningen een beter label hebben gekregen. Zo daalde in dat jaar het aantal woningen met een E, F of G label met meer dan 28.000 naar een totaal van 206.302 woningen. Dit was toen iets minder dan 10% van de gezamenlijke woningvoorraad van alle corporaties.
Uit de studie volgde ook een aantal aanbevelingen. De meeste corporaties die meegenomen zijn in de studie moeten een versnelling maken op hun huidige duurzaamheidsbeleid om de doelen te halen. Daarnaast wordt er door de meesten wel een veiligheidsmarge ingepland om ruim voor de deadline de doelstelling te halen.
Een van de aanbevelingen die belangrijk is in deze doelstelling is de kwaliteit van de vastgoeddata. Het spreekt voor zich dat dit een essentieel onderdeel is om de juiste strategische keuzes te maken om de juiste woningen met een E, F of G label te verbeteren. De analyses voor deze woningen kunnen het best gedaan worden aan de hand van de pre-labels: het berekende energielabel dat verkregen zou worden op basis van de huidige methodiek en data. In 2028 zullen de meeste woningen namelijk geregistreerd moeten zijn volgens de NTA8800. In de praktijk blijkt dat de pre-labels in het algemeen vrij nauwkeurig zijn (bron). Toch kan het zijn dat de aannames die voor de nieuwe datavelden gedaan zijn, niet volledig zijn of niet van toepassing zijn voor het complex voorhanden. Bij woningen met een label van voor 2021 is het dan goed om te kijken naar de conversienotities die er mogelijk nog zijn. In dat geval kan het de moeite waard zijn om deze datavelden te controleren. Voor meer informatie over de conversie en welke datavelden het meeste invloed hebben, kan je terecht bij onze best practice: Best practice Datakwaliteit op orde na de NTA 8800 conversie – Vabi
Daarnaast hebben de wijzigingen in de NTA8800 zelf ook nog een effect. Bekend is dat kleine woningen in de huidige methodiek minder makkelijk een beter label halen. In de tekst van de NPA is daarom ook aangegeven om voor deze woningen het label uit het nader voorschrift te hanteren voor het bepalen van de strategie. Bij de komende NTA wijzigingen die deze zomer ingaan, zal dit deels worden rechtgetrokken. Bij een eerste kleine test kan deze methodiek wijziging voor kleine woningen (ongeveer 30 m2) waarbij ook een circulatieleiding is met onbekende diameter, 20kWh/m2 schelen in de berekende EP2-waarde. Aan de andere kant zijn er ook wijzigingen die voor gestapelde woningen negatief kunnen uitpakken. Het is verstandig om voor complexen met kleine woningen die zich op de grens bevinden tussen een D- en E-label eerst te controleren wat het nieuwe voorlopige label zal zijn voordat je ermee aan de slag gaat. Met de filter functies in Vabi Assets Energie kan je heel snel een overzicht maken van de objecten die hieronder vallen.
Toekomstklaar isoleren
Als woningen gerenoveerd moeten worden om af te komen van een E, F of G label, kan het de moeite waard zijn om direct toekomstklaar te isoleren. Op deze manier hoeft een complex niet twee keer aangepakt te worden om aan de doelstellingen te voldoen.
De basis voor het toekomstklaar isoleren is de standaard. Om ondoelmatige investeringen te voorkomen is het doel meer genuanceerd en beschreven als toekomstklaar geïsoleerd. Het achterliggende doel blijft wel overeind, namelijk dat het complex uiteindelijk op een lage temperatuur te verwarmen is. Een woning is toekomstklaar geïsoleerd als het vanaf 2022 is aangepakt met als resultaat:
- De woning voldoet nu aan de standaard.
- De woning is een uitzondering in het complex dat verder wel aan de standaard voldoet. Deze woning is toekomstklaar geïsoleerd als er een proportioneel grote investering nodig is om deze woning alsnog naar de standaard te isoleren en als de woning wel op dezelfde manier verwarmd kan worden als de rest van het complex.
- De huurder heeft Zelf Aangebrachte Voorzieningen aangebracht waardoor de woning niet aan de standaard voldoet.
- De woning voldoet niet aan de standaard, maar heeft wel een lage netto warmtevraag en een A+ label na het uitvoeren van de isolatiemaatregelen.
- De woning is te verwarmen op lage temperatuur zonder grote aanvullende isolatiemaatregelen.
Met energieplannen is het heel makkelijk om inzichtelijk te maken of een complex na het uitvoeren van de maatregelen aan de standaard voldoet of niet. Ook is per complex in te zien welke woningen eventueel nog niet aan de standaard voldoen en hoeveel deze van de standaard afwijken. De energieplannen in Vabi Assets Energie zijn dus een zeer effectieve manier om voor de voorraad een strategie te berekenen om aan de doelstellingen te voldoen.
Aardgasvrij
Het uiteindelijke doel is natuurlijk om de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving te verminderen. De volgende stap bij het verduurzamen is dan ook het afstappen van aardgas als bron van energie. Als een woning toekomstklaar is geïsoleerd, is de stap klein voor het aansluiten op een collectieve warmtebron zoals een warmtenet. Om te zien welke warmtebronnen aanwezig of aangewezen zijn op een wijk of buurt, kunnen de transitievisies warmte van de gemeenten worden geraadpleegd. Deze geven de strategie aan van de gemeente over hoe en wanneer welke wijken van het gas af gaan.
Als een woning aangesloten kan worden op een hogere temperatuur warmtebron, kan het zijn dat deze niet toekomstklaar geïsoleerd hoeft te worden om toch aardgasvrij te worden. Als deze bronnen niet aanwezig zijn, kan het zijn dat er wat verder geïsoleerd moet worden om bijvoorbeeld over te gaan op een full-electric systeem om alsnog aardgasvrij te worden.
Wil je meer informatie of heb je een vraag over de Nationale Prestatieafspraken (NPA)? Neem dan contact met ons op, we helpen je graag verder.