In de vorige versie werd de begintemperatuur gevraagd alsmede het temperatuurverschil over de apparaten. De begintemperatuur werd gebruikt om de soortelijke massa (Rho) en de kinematische viscositeit te bepalen. Dat werd eenmalig gedaan en hier werd het hele systeem mee doorgerekend. Het temperatuurverschil samen met de soortelijke warmte werd gebruikt om het vermogen van een apparaat, indien is opgegeven in Watt, om te rekenen naar kg/s waar het programma verder mee rekent. Nu wordt dit per leiding bepaald, dus ook per leiding de massa en viscositeit. Het nieuwe algemeen scherm ziet er als volgt uit zien:
Bij het opgave medium geef je enkel aan of het medium water is of eigen invoer. Bij eigen invoer rekent het programma verder met de soortelijke massa, kin.viscositeit en de soortelijke warmte welke erna is opgegeven. Niets wordt verder uitgerekend.
Geef je het medium water op dan gaat het programma gebruik maken van de temperaturen welke zijn opgegeven. Dit zijn:
- De aanvoer temperatuur, dus de start temperatuur in het stelsel
- Delta T apparaten, hiermee wordt samen met de soortelijke warmte de omrekening gedaan van Watt naar kg/s Deze Delta T wordt overschreven door de Delta T van de apparaten wanneer die daar is ingevuld.
- Maximum afkoeling over het gehele stelsel. Hiermee wordt een waarschuwing gegenereerd wanneer deze wordt overschreden.
- Omgevingstemperatuur, dit wordt gebruikt om samen met de isolatiegegevens en de leidinggegevens het verlies naar de omgeving uit te rekenen. De omgevingstemperatuur en de isolatiegegevens kunnen ook per leiding worden aangepast.
Met deze gegevens worden de temperaturen per leiding berekend, waarna de nieuwe soortelijke massa, viscositeit en soortelijke warmte worden berekend. Dan wordt de berekening nog eens opnieuw uitgevoerd met de nieuwe temperaturen. Deze berekening heeft niet de intentie te worden gebruikt voor het berekenen van vloerverwarming omdat daar nog veel meer gegevens voor nodig zijn. De leidinggegevens zien er dan als volgt uit:
Je kunt aangeven of een leiding is geïsoleerd. Daarna kun je de lengte opgeven welke is geïsoleerd. Vervolgens kun je een isolatiedikte en lambda isolatie opgeven. Laat je deze waarde 0. staan dan worden de waarden van algemeen overgenomen. Dit zelfde geldt ook voor de omgevingstemperatuur. De afmetinggegevens is uitgebreid met het volgende:
Behalve de normale gegevens kan hier ook de lambda van de leiding worden opgegeven.
De uitvoer ziet er dan als volgt uit:
De temperatuur van de leiding is de gemiddelde temperatuur tussen 2 knooppunten. Daarom is de temperatuur van leiding 1: 79.7 GrC. In de retour komen leidingen bij elkaar en wordt dus een nieuwe temperatuur bepaald. Dit wordt gedaan door de flow en de temperatuur van de ene leiding te vermenigvuldigen en dit op te tellen bij de flow maal de temperatuur van de andere leiding. Het totaal wordt gedeeld door de gesommeerde flow om de nieuwe temperatuur te bepalen. Omdat hier gebruik wordt gemaakt van berekende temperaturen kan dit niet in een keer worden bepaald. Het programma rekent een paar keer opnieuw (max 15 x) totdat de retour temperatuur niet meer verandert.
Heb jij nog vragen of wil je meer weten over UO? Neem dan contact met ons op.