De nieuwe publicaties van ISSO 53 en 57 zijn inmiddels een tijd terug uitgebracht, en na het succes van de vorige effectenstudie over ISSO 51, hebben wij besloten dit ook voor de nieuwe publicaties te doen. Hieronder worden een aantal wijzigingen en de effecten die zij hebben op de uitvoer van verschillende soorten gebouwen besproken.
Veranderingen t.o.v. 2017
Slechts een deel van de aanpassingen is van invloed op de uitvoer. De volgende aanpassingen nemen we wél mee in de effectenstudie:
- Algehele aanpassing van de infiltratieberekening. Z-factor wordt niet meer meegenomen. Bij kiezen ‘forfaitair’ wordt het bouwjaar gebruikt.
- Verandering optelling niet (gelijktijdig) optredende verliezen.
- Toevoeging schilberekening
De volgende aanpassingen komen ook voor in 2023, maar worden niet meegenomen in de studie:
- Toevoeging persoonlijke beïnvloeding temperatuur
- Tijdsconstante gebouw kan verschillen door kleine aanpassing, daarom is er soms een verschil in ontwerpbuitentemperatuur.
- Aanpassing berekening ventilatieverlies. Temperatuur van de WTW wordt uitgerekend in plaats van zelf invullen.
N.B.: Zie ook de quickstart voor een duidelijk overzicht van wijzigingen
Infiltratie (ISSO 53 utiliteit)
De volgende berekeningen zijn gedaan aan de hand van het project dat hieronder te zien is:
Aansluitvermogen 2017: 120 kW
Aansluitvermogen 2024: 69kW
Zonder aanpassingen is er al een verschil van meer dan 50kW. Hoe kan dat? In dit geval komt het grotendeels door volledige aanpassing van de infiltratieberekening.
Neem bijvoorbeeld de ruimte in dit project ‘liftschacht’, met een geveloppervlak van bijna 250 m², maar een gebruiksoppervlak van 14,83 m². Dit levert in dit geval al een verschil op van meer dan 8 kW.
Nu gaan we aan wat knoppen draaien, en bekijken wat voor invloed de gebouwafmetingen, gebouwtype en ventilatiesysteem hebben op het infiltratieverlies. We gaan dit bekijken op gebouwniveau, en op ruimteniveau. De resultaten zijn te zien in de tabel op de volgende pagina.
Wat te zien is, is dat het belangrijk is om zelf de qv10 op te geven, als deze bekend is. De forfaitaire berekening kan nog wel eens voor hoge verliezen zorgen. Daarnaast is het belangrijk om goed te kijken wat er is ingevuld bij type gebouw en bouwjaar, waar dit ook nog voor verschillen in verliezen kan zorgen.
Gekwadrateerde optelling van warmteverliezen die niet altijd gelijktijdig optreden
Verder is er ook voor ISSO 53 en 57 nu een aanpassing gedaan die een positief effect heeft op het totale verlies. Dit was al gebeurd voor ISSO 51.
Figuur 1: De posten die in de rapportage boven ‘Warmteverliezen die niet altijd (gelijktijdig) optreden’ staan, worden in 2023 kwadratisch bij elkaar opgeteld, in plaats van direct (2017). Dit wil zeggen dat de totale uitkomst lager is; 101+651 ≠ 659. De formule is aangegeven in figuur 5. Deze manier van optellen zorgt hier voor een verlaging van het totale aansluitvermogen.
Schilmethode vergelijken met vertrekmethode
In de nieuwste release is het mogelijk om onder projectinstellingen te kiezen voor een schilberekening in plaats van de standaard vertrekberekening. Dit kan al als er slechts één ruimte gemodelleerd is, maar je kan er ook nog voor kiezen als je al meerdere ruimtes in je model hebt zitten. Vabi Elements zal dan zelf, aan de hand van bijvoorbeeld verblijfsruimten en oppervlaktes, gaan bepalen welk ventilatiesysteem, afgifte etc. er wordt gebruikt om mee te rekenen. In de tabel hieronder is te zien wat het verschil zal zijn tussen een schilberekening en een vertrekberekening van hetzelfde gebouw. Er is weer gerekend met het eerder gebruikte project, de percentages geven het aantal ruimtes aan.
Tabel 1: Verschillen tussen schil-en vertrekmethode
In deze tabel zijn een aantal dingen te zien.
- In alle gevallen valt hier de schilberekening hoger uit dan de vertrekberekening.
- Het grootste verschil wordt veroorzaakt door de onverwarmde ruimtes.
- Bij basis en de laatste twee varianten is het aansluitvermogen van de schilberekening hetzelfde, hier wordt dus door Vabi Elements steeds dezelfde invoer gekozen. Het verschil in de vertrekberekening is nog aanzienlijk.
Meer gedetailleerde bepaling verliezen vloerverwarming
Op ruimteniveau mag er aangenomen worden dat de verliezen door vloerverwarming 0 zijn en dus geen invloed hebben op de totale verliezen in de ruimte. Als we echter kijken op gebouwniveau moeten deze verliezen wel worden meegenomen, wat gebeurt onder de post ‘niet vertrekzijdig afgegeven vermogen vloerverwarming’.
Er wordt voor deze post, net als in 2017, een fractie genomen van het totale warmteverlies. Waar dit in 2017 nog 0,15 was voor goed geïsoleerde vloeren en 0,4 voor alle overige gevallen, wordt de fractie nu bepaald aan de hand van een tabel, hieronder te zien.
Voor slecht geïsoleerde tussenvloeren kan dit een aanzienlijk effect hebben, zoals te zien in de tabel hieronder (berekend voor een gebouw/vertrek met een ontwerpvermogen van 5kW). In 2024 wordt er namelijk geinterpoleerd tussen de waarden, wat als gevolgen heeft dat elke tussenvloer met een Rc waarde lager dan 1 en vloerverwarming slechter uitkomt dan eerst.
Temperatuur aangrenzend gebouw en twee aan elkaar grenzende onverwarmde ruimtes berekend via warmtebalans
De warmtebelans werd ook in de 2017 versie gebruikt om de temperatuur te bepalen van de onverwarmde ruimten (tenzij zelf een temperatuur wordt opgegeven). Alleen werd er geen warmtestroom in rekening gebracht tussen 2 onverwarmde ruimten; en dan niet alleen tussen 2 onverwarmde ruimten opgegeven in het gebouw maar ook niet naar een aangrenzend onverwarmde ruimte (AOR, met vaste fk, en dus ook niet naar de kruipruimte).
We hebben de warmtebalans nu gewijzigd en berekenen die alleen voor ruimten binnen het gebouw; hierbij wordt geen warmtestroom in rekening gebracht tussen de 2 opgegeven onverwarmde ruimten in het gebouw maar wel bij een aangrenzend onverwarmde ruimte (AOR) en dus ook de kruipruimte. De berekening van de warmtebalans is nu iteratief en wordt afgerond op 0.5 °C. Voor onverwarmde ruimten buiten de thermische schil wordt een fk bepaald en daar wordt mee gerekend (tenzij hier zelf een temperatuur wordt opgegeven).
Wil je meer informatie of heb je een vraag? Neem dan contact met ons op, we helpen je graag verder.