In 2021 hebben alle gemeenten een Transitievisie Warmte op moeten stellen. Hierin geven de gemeenten per wijk aan wat het meest waarschijnlijke duurzame alternatief voor verwarmen zou gaan worden en wanneer dat ongeveer zou zijn. Dit kan bijvoorbeeld door in wijken een warmtenet aan te leggen, of aan te geven dat de woningen uiteindelijk volledig met een elektrische oplossing moeten werken. Het doel is dat deze vervolgens ook gebruikt kunnen worden om een verduurzamingsstrategie voor een woning of complex op te baseren. Als er een warmtenet in een wijk gepland staat, dan is het niet nodig om daar aan de slag te gaan met individuele warmtepompen. Via dit platform zijn de verschillende visies van de gemeenten terug te vinden.
In veel gevallen is deze visie echter nog ontoereikend en te onduidelijk. Dit is ook wat een studie van natuur en milieu aangaf. Bij sommige gemeenten zijn er wijken waar nog geen beslissing over is gemaakt, of waar wordt ingespeeld op de onzekere levering van hernieuwbaar gas. Uiteindelijk moet de Transitievisie warmte van de gemeenten worden vervangen door een nieuw warmteprogramma. Deze moeten in 2026 worden afgerond onder de nieuwe (nog niet definitieve) Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw). In het warmteprogramma moeten de plannen staan voor elke wijk voor de komende 10 jaar (tot 2036) waarbij ze ook om de vijf jaar worden geactualiseerd.
Onder de Wgiw krijgen de gemeenten meer juridische bevoegdheden middels een aanwijsbevoegdheid. Hierin kunnen gemeenten verschillende gebieden aanwijzen die binnen een bepaalde periode aardgasvrij moeten worden. Voor die gebieden hoeven ze daarna het gasnet ook niet meer te onderhouden voor enkele woningen die dan niet over zijn of willen. Voordat een gemeente hierop kan overgaan moet er wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Zo moet het plan van de gemeente haalbaar en betaalbaar zijn, moeten bewoners voldoende worden betrokken in het proces en moet er voldoende tijd zitten tussen het aanwijzen van een strategie en het moment waarop het uitgevoerd moet zijn. Daarnaast moeten bewoners nog altijd de vrijheid hebben om eventueel te kiezen voor een duurzaam alternatief.
Voor het maken van lange termijn plannen binnen energieplannen of een maatwerkadvies zijn we momenteel nog aangewezen op de Transitievisie Warmte voor de plannen op wijkniveau. Als hieruit al duidelijk valt op te maken hoe de toekomst van de wijk er uit gaat zien wat betreft warmtevoorziening, dan kan dit meegenomen worden voor het bepalen van het eindscenario. In veel gevallen zal dit echter nog niet duidelijk zijn en dan kan er beter gestuurd worden op andere no-regret maatregelen. Zo kunnen het verlagen van de warmtevraag door isolatie en vervolgens het aanpassen van het distributie en afgiftesysteem al maatregelen zijn die van toepassing zijn, ongeacht welke strategie er uiteindelijk wordt gekozen op wijkniveau.