Hoe reken je de maatregel (hybride) warmtepomp door in Vabi EPA? Waarom is deze wel of niet rendabel?

De (hybride) warmtepomp is beschikbaar in verschillende soorten, maten en prijsklassen. In dit artikel bespreken we hoe je in de maatwerkadvies berekening bepaalde varianten kan invoeren in Vabi EPA. We laten je zien aan de hand van een voorbeeldproject hoe je kan voorkomen dat de maatregel voor een hybride warmtepomp niet doorrekent.

Verder hebben we het nog over een warmtepomp op ventilatieretourlucht en hoe je deze kan invoeren in Vabi EPA. Daarnaast hebben we het ook kort over waarom een hybride warmtepomp op buitenlucht niet altijd het gewenste resultaat biedt.

Koppeling tapwatersysteem aan verwarmingssysteem.

Het is in Vabi EPA mogelijk om bij het tapwatersysteem aan te geven dat een indirect verwarmd vat ook voor ruimteverwarming wordt gebruikt. Dit kan met het vinkje ‘Opwekker indirecte verwarmd vat ook voor ruimteverwarming’. Vervolgens selecteer je voor welke opwekker bij verwarming het indirect verwarmde vat ook wordt gebruikt.

Download hier het voorbeeldproject: hybride warmtepomp maatregel

In deze voorbeeldsituatie wordt het warmtapwater geregeld door een indirect verwarmd vat: een HR107 ketel met een boilervat van 80 Liter. Dit indirect verwarmde vat wordt ook gebruikt voor ruimteverwarming, voor verwarmingsopwekker 1. Bij verwarming selecteer je dan het type opwekker ‘Gasgestookte HR107 ketel’.

De klant wil graag een elektrische warmtepomp toevoegen aan het verwarmingssysteem, zodat er een hybride opstelling wordt gecreëerd. Als je dan een maatregel gaat toevoegen voor verwarming, met daarin een elektrische warmtepomp en de huidige HR107 ketel, dan zal de elektrische warmtepomp ‘additioneel geplaatst’ worden. Dit additionele toestel zal preferent zijn en deze zal je daarom waarschijnlijk als opwekker 1 neerzetten in de maatregel. Opwekker 2 wordt dan de gasgestookte HR107 ketel. Wat je zal zien is dat jouw aangemaakte maatregel voor de hybride warmtepomp niet doorrekend, ‘Berekening niet geslaagd’, komt onderaan de tegel te staan. In het voorbeeldproject zie je 3 maatregelen. Waarvan de ‘hybride warmtepomp’ maatregel een niet geslaagde berekening heeft. Als je één van de onderstaande twee manieren volgt, kan je alsnog een geslaagde berekening krijgen.

Dat de maatregel ‘hybride warmtepomp’ niet doorrekent, komt door de verwijzing in het object bij tapwater naar opwekker 1 van verwarming. Deze verwijst namelijk naar opwekker 1: Gasgestookte HR107 ketel. Maar in de maatregel heb je als opwekker 1 gekozen voor de elektrische warmtepomp.

Je kan de maatregel op twee manieren laten doorrekenen:

  1. Een aparte maatregel voor tapwater aanmaken
    1. Deze maatregel bevat precies dezelfde installatie, alleen pas je de verwijzing aan van opwekker 1 (elektrische warmtepomp) naar opwekker 2 (gasgestookte HR107 ketel).
    2. Combineer de tapwater maatregel met de hybride warmtepomp maatregel (2 opwekkers, 1. Elektrische warmtepomp + 2. Gasgestookte HR107 ketel) in een variant.
  2. De volgorde aanpassen van de opwekkers bij de maatregel voor verwarming:
    1. Gasgestookte HR107 ketel (voor verwarming en tapwater)
    2. Elektrische warmtepomp (additioneel geplaatst) (verwarming)

Zie hieronder de afbeelding waarin twee manieren zijn uitgevoerd in Vabi EPA.

Afbeelding 1: maatregel hybride warmtepomp in 2 varianten

Ventilatieluchtwarmtepomp in combinatie met het ventilatiesysteem

De warmtepomp met als bron ventilatieretourlucht (afvoerlucht) is geschikt voor woningen met een mechanische ventilatie. Deze warmtepomp haalt warmte uit de retour-/afvoerlucht van het ventilatiesysteem en zorgt voor warmtapwater en eventueel verwarming. Soms is de warmtepomp met het ventilatiesysteem geïntegreerd. Hoeveel warmte deze warmtepomp kan leveren, hangt af van het ventilatiedebiet, de hoeveelheid retour-/afvoerlucht. Door de hybride opstelling met bijvoorbeeld de cv-ketel, springt de cv-ketel bij wanneer nodig.

Het is in Vabi EPA alleen mogelijk om de warmtepomp op ventilatieretourlucht in te vullen in combinatie met ventilatiesysteem C, of D zonder WTW. De warmtepomp op ventilatieretourlucht werkt alleen goed met deze ventilatiesystemen, omdat deze zorgen voor de gecontroleerde afvoer van lucht die nodig is voor de warmtepomp om warmte te onttrekken. Zonder mechanische ventilatie heeft de warmtepomp geen bron voor het afnemen van de warmte. De retour-/afvoerlucht is afkomstig van de afvoerlucht uit de keuken, badkamer en het toilet. Met behulp van een warmtewisselaar haalt de warmtepomp de warmte uit deze retour-/afvoerlucht, voordat de koude lucht naar buiten wordt geblazen.

Wat als je een warmtepomp op ventilatieretourlucht hebt in combinatie met ventilatiesysteem D met WTW?

Mocht je een warmtepomp op ventilatieretourlucht hebben en een ventilatiesysteem D met WTW, dan krijg je in Vabi EPA een invoerfout. Deze invoerfout geeft aan “Bron retourlucht kan alleen met ventilatiesysteem C of D zonder WTW. Gebruik eventueel het vinkje om het ventilatiesysteem uit een andere rekenzone te gebruiken”.

Het is namelijk niet mogelijk om beide systemen, de WTW en de warmtepomp op ventilatieretourlucht, in te voeren. Dit komt doordat beide systemen dezelfde functie vervullen. Zowel de WTW als de warmtepomp op ventilatieretourlucht winnen warmte uit de afvoerlucht. De NTA 8800 kan deze situatie niet berekenen, omdat er niet twee keer dezelfde warmte kan worden onttrokken uit dezelfde retourlucht.

De workaround is om dan de WTW bij ventilatie uit te zetten, dit is efficiënter qua resultaat. Een andere manier is om de bron van de warmtepomp te veranderen naar ‘buitenlucht’ bij verwarming of ‘anders dan ventilatieretourlucht’ bij tapwater. Hierna zal het bestand wel doorrekenen.

Wat als je ventilatiesysteem A hebt in combinatie met een warmtepomp op ventilatieretourlucht?

Belangrijk is om te achterhalen of de warmtepomp beschikt over een kwaliteitsverklaring. Stichting KEGO zegt hier het volgende over: “De invoer van de WP met kwaliteitsverklaring prevaleert boven de eis (keuken, badkamer, toilet) die gesteld wordt om systeem C te kunnen invoeren. Je kunt dus in dit specifieke geval kiezen voor type C.” Mocht je niet over een kwaliteitsverklaring beschikken, dan verander je de bron van de warmtepomp naar ‘buitenlucht’ (verwarming) of ‘anders dan ventilatieretourlucht’ (tapwater).

Download hier het voorbeeldproject: Warmtepomp in combinatie met ventilatie

Wij hebben een voorbeeldsituatie geschetst in het Vabi EPA-bestand “Warmtepomp in combinatie met ventilatie”, waarin drie situaties voorkomen:

  1. Warmtepomp op ventilatieretourlucht (tapwater) in combinatie met een ventilatiesysteem A. Dit bestand rekent niet door en hierin zie je bij ‘Controleer object’ het voorbeeld van de foutmelding. De afbeelding hieronder laat deze foutmelding zien.

  1. Warmtepomp op ventilatieretourlucht (tapwater) in combinatie met ventilatiesysteem C. Dit bestand rekent wel door. Je zou ventilatiesysteem C ook nog kunnen vervangen door ventilatiesysteem D (zonder WTW).
  2. Warmtepomp met bron anders dan ventilatieretourlucht in combinatie met ventilatiesysteem D met WTW. Doordat de bron anders dan ventilatieretourlucht (bij tapwater) is rekent het bestand wel door. Een andere optie is om de bron terug te zetten naar ventilatieretourlucht en de WTW uit te zetten bij ventilatiesysteem D.

Rendeert een hybride warmtepomp?

De Coëfficiënt of Performance (COP) drukt het rendement van de warmtepomp uit. De COP is de verhouding tussen het nuttig geleverde warmtepompvermogen en het daarvoor benodigde elektrische aandrijfvermogen. Dit wordt uitgedrukt in de volgende formule:

COP = geleverd warmtevermogen / benodigde elektrische aandrijfvermogen

Hoe hoger de COP, hoe minder elektriciteit de warmtepomp gebruikt om warmte te leveren. Als je bijvoorbeeld een COP van 3 hebt, dan levert de warmtepomp 3 eenheden warmte voor elke eenheid elektriciteit die wordt gebruikt.

Een hybride warmtepomp lijkt de ideale oplossing om een woning of pand te verduurzamen. Echter komt het voor dat het financieel resultaat van de hybride warmtepomp tegenvalt. We zullen de belangrijkste redenen hier bespreken.

  1. De elektriciteitsprijs is vaak hoger dan de prijs van gas. Ook stijgt het elektriciteitsverbruik na het installeren van een warmtepomp
    1. De hybride warmtepomp werkt op elektriciteit. Wanneer de elektriciteitsprijs laag is, dan is dit gunstig. Echter in Nederland is stroom vaak duurder dan gas, waardoor je nog steeds hoge elektriciteitskosten kan hebben. Hierdoor valt de besparing tegen en zal de terugverdientijd hoger uitvallen.
      1. (Bron ISSO-kleintje Hybride warmtepompen in woningen, hoofdstuk 2.4 Investeringskosten) In dit stuk van ISSO-kleintje zie je een rekenvoorbeeld van een besparing van een hybride warmtepomp, wanneer deze 70% van de verwarming kan realiseren.
    2. Een slechte isolatie zorgt voor tegenvallende resultaten
      1. Als de woning of het pand slecht geïsoleerd is, moet de warmtepomp harder werken om de binnentemperatuur op peil te houden. Ook hier zal de gasketel dan sneller moeten bijspringen als de warmtepomp tekortkomt.

Een hybride warmtepomp rendeert vaak minder goed in situaties waar de elektriciteitsprijs hoger is dan de gasprijs. Maar ook andere factoren zoals koude winters en isolatie van het pand spelen een belangrijke rol. De COP moet voldoende hoog zijn zodat de hybride warmtepomp kan renderen en wel een goede besparing kan opleveren.

Wil je meer informatie of heb je een vraag? Neem dan contact met ons op, we helpen je graag verder

 

Gerelateerde artikelen

26 september 2024
Vraag het Esther: Deze week gaat het over PvE Gezonde Kantoren

In het Programma van Eisen Gezonde Kantoren komen ook vraagstukken over het comfort aan de orde. Ik zal dit keer ingaan, hoe met behulp...

24 september 2024
Sneakpreview: Vabi EPA en Vabi Assets 11.1

Begin november staat er een nieuwe update op de planning, Vabi EPA en Assets 11.1. Naast de verschillende noodzakelijke verbeteringen zijn er ook enkele...

24 september 2024
Transitievisie Warmte naar warmteprogramma: wat houdt het in?

In 2021 hebben alle gemeenten een Transitievisie Warmte op moeten stellen. Hierin geven de gemeenten per wijk aan wat het meest waarschijnlijke duurzame alternatief...