De Vabi werd opgericht om betrouwbare rekenprogramma’s te maken. De oprichting van Vabi is ontstaan omdat diverse bedrijven rekenprogramma’s hadden op het mainframe die, na vergelijking, verschillende uitkomsten gaven. Vabi is toen begonnen met het verzamelen en vergelijken van de rekenprogramma’s om correcte uitkomsten te krijgen en heeft er een mooie schil omheen gebouwd.
De “mooie schil” bestond eerst uit ponskaarten. Deze werden opgestuurd naar CDC-Rijswijk en dan werd ’s nachts de berekening opgestart. Een foutje in de invoer betekende dus de volgende dag een nieuwe berekening opstarten met extra kosten. Bijvoorbeeld wanneer het programma in een loop terecht kwam, werden de kosten heel hoog. Want je was er niet bij om het proces te stoppen.
Daarom werd besloten de programma’s over te zetten naar CP/M computers. Laptop van ongeveer 15 kg en floppy’s van 65kB. Dat betekende dus dat programma’s meerdere floppy’s nodig hadden. Een heel gepuzzel om dat allemaal passend te krijgen.
Vabi’s eerste programma’s
De eerste programma’s van Vabi waren:
- Va100: leidingnet van rijksgebouwendienst
- Va101: transmissie volgens ISSO, eigen maaksel omdat we in de commissie zaten
- Va102: koellast programma van prof Boeke waar de norm net van werd geschreven door TNO/Vabi
- Va103: verzamelschijf van eigen bedenksels, hele kleine hobby programma’s
- Va104: luchtkanalen van GTI
- Va105: gevelgeluid in samenwerking met Flip Kranendonk van TNO
Leuk detail van deze programma’s was dat de beeldschermaansturing direct in het geheugen was. Het programma kon lezen en schrijven op een bepaalde locatie in het beeldscherm geheugen, ook met diverse kleurtjes. Door net buiten het zichtbare scherm te schrijven konden gegevens tussen de verschillende floppy’s worden uitgewisseld zonder dat de gebruiker het in de gaten had.
Toen dit net liep ging de markt veranderen. Heel veel bedrijven kregen desktop computers, andere grotere Sun-computers. Deze desktops draaiden onder MsDos en hadden een harde schijf van 20Mb dus daar konden we al veel meer mee. De programma’s werden allemaal overgezet naar deze desktops en toen konden we ook grotere programma’s toevoegen. Zelfs Va32, de voorloper van Va114 was toen mogelijk. We hadden al 16 programma’s in de bibliotheek.
Het ontstaan van Vabi UO
Op de Sun onder Unix werd een voorloper van Elements gemaakt. Eén programma voor alle rekenprogramma’s, zelfs energieberekeningen zaten hierin. De programmaraad vond deze stap veel te groot mede omdat niet duidelijk was welk invoeritem voor welk programma was. Ieder wilde voor elke berekening een apart programma. We hebben toen besloten om de onderliggende databases centraal te houden, zodat de gegevens tussen de verschillende programma’s gedeeld werden. Dit werd dus de Uniforme Omgeving genoemd. Hierdoor kon je met hetzelfde gebouw een warmteverlies, een koellast of gebouwsimulatie maken. De roosters uit Va114 konden worden gebruikt in Va104. De radiatoren uit Va100 kwamen terug in Va101. Ook gevelgeluid/contactgeluid of verlichting in het gebouw was mogelijk. Afstemming van de verschillende normen zoals binnenmaten voor koellast en buitenmaten voor warmteverlies was de grote uitdaging. De gebruiker hoefde het maar 1 keer in te vullen.
Met een bibliotheek waarmee meerdere computer platformen aan te sturen zijn, zijn de schermpjes ontwikkeld zoals ze er nu nog uitzien. Als test werd een stromingsprogramma Va104 (luchtkanalen) en een gebouwprogramma Va107 (verlichting) gemaakt. De demonstratie van deze twee programma’s was in een grote zaal van meer dan 250 man en zat ’s morgens en ’s middags helemaal vol.
Van UO naar Elements
De eerste programma’s moesten zo veel mogelijk op de oude lijken zodat de overstap niet te groot werd. Er werd gekozen om eenvoudige weergave van gebouwen en stelsels te laten tekenen. De meer ingewikkelde vormen van gebouwen moesten via de dxf-step koppeling vanuit Autocad komen. De ontwikkeling van de dxf-koppeling verliep niet helemaal soepel. Er moest op een speciale manier worden getekend om de informatie over te kunnen halen. Voor de gebouwprogramma’s werd een speciaal programma ontwikkeld waarmee je binnen Autocad zelf de controles al uit kon voeren wat betreft aansluitingen, deuren en ramen. Dit was een stap dichterbij. Maar de klant had meer wensen. De weergave die vanuit dxf kwam moest ook in de UO worden getekend. Steeds meer ronde vormen van gebouwen. Steeds meer uitdagingen. De grootste problemen waren en zijn nog steeds de hellende (schuine) daken en split level gebouwen. Doordat de UO meer 2D was op elke verdieping (dus eigenlijk 2½D ) kon je er wel naartoe werken maar was er veel hulp nodig van de servicedesk van Vabi. Mede daardoor werd besloten om de gebouwprogramma’s te transformeren naar een echte 3D versie. Hiervoor werd flink ingezet met veel programmeer kracht. Deze versie werd uiteindelijk Elements genoemd.
Gebouwprogramma’s en stromingprogramma’s apart
De gebouwprogramma’s in de UO kregen kleine updates, die voldoende waren om ze weer volgens de normen te laten rekenen. Of er werd een waarschuwing ingebouwd dat niet meer aan de norm wordt voldaan. De stromingsprogramma’s echter gingen niet over naar Elements. De gebruikers gaven aan dat ze wel een iets modernere versie wilde hebben maar wel volgens de huidige opzet. Daarom werd voor deze programma’s gewerkt aan een nieuwe “look & feel”, zoals deze nog steeds in de huidige vorm zichtbaar is. Eenvoudige weergave van het werkschema zodat iedereen gelijk kan zien in welke volgorde een project ingevoerd en doorgerekend kan worden. Wel sterke aanvullingen en uitbreidingen achter de schermen waarbij de rekenkernen de nodige updates kregen.