Voor een project kunnen verschillende eisen van toepassing zijn voor het comfort. Een van de meest recente methodieken is de ATG (Adaptieve Temperatuur Grenswaarden) grafiek. De ATG kent vier comfortklassen die een voorspelling op het maximale percentage ontevredenen geven. Indien er eisen zijn gesteld aan het binnenklimaat met een verwijzing naar een bepaalde ATG klasse, dan zijn er drie werkwijzen om de maximale installatiecapaciteit en energiegebruik te bepalen:
1. Regelen op comforttemperatuur i.c.m. onbeperkt vermogen
Je kunt in het sjabloon ruimte-eisen de minimale en maximale temperatuur zodanig kiezen dat de onder- en bovengrens van de betreffende klasse niet wordt onder- of overschreden. Dit in combinatie met een ongelimiteerd verwarmings- en koelvermogen van het afgifte apparaat levert een berekening die aan de eis voldoet. Dit resulteert in een berekening die voldoet aan de eis maar met overgedimensioneerde afgifte-apparaten en opwekkers.
2. Regelen op comforttemperatuur i.c.m. beperkt vermogen
Conform wijze 1 met als aanvulling dat er een beperkt verwarmings-/koelvermogen wordt opgegeven bij afgifteapparaat in de betreffende ruimten. Dit resulteert in een berekening die aan de eis voldoet. Er gaat hier redelijk veel tijd/werk zitten in het middels “trial and error” vaststellen van de minimaal op te stellen capaciteiten.
3. Regelen op ATG grafiek i.c.m. onbeperkt vermogen
In het sjabloon afgifte kan gekozen worden voor “regelen op ATG grafiek” met een bepaalde klasse. Dit heeft als gevolg dat alle ruimte-eisen en setpoints worden genegeerd. Het resultaat is een berekening die voldoet aan de gestelde ATG-eis met minimaal op te stellen capaciteiten.
Overzicht
In onderstaande tabel zie je de uitkomsten van een voorbeeldproject.
Hier wordt duidelijk dat het regelen op ATG grafiek voor de telperiode het laagste energiegebruik [kWh] oplevert, maar wel een hoger piekvermogen voor het lokale koelapparaat. Dit komt doordat de temperatuur altijd aan de hoge kant is en er dus minimaal gebruik gemaakt van het accumulerend vermogen van de constructies. Zie figuur 4. Ook zit deze optie erg hoog in het aantal GTO (tabel hierboven). Dus eigenlijk qua comfort te warm.
Ons advies is om de ATG-regeling te gebruiken om een eerste inschatting te maken van het vermogen dat nodig is. Vervolgens kun je dit bepaalde vermogen opgeven als beperkt vermogen, waardoor je de tijd die je kwijt bent aan trial and error kunt verkorten. Op deze manier kun je ervoor zorgen dat de GTO eis eveneens behaald wordt.
Extra tip: maak eigen tabellen
In Elements 3.7 (eind 2021) zal voor gebouwsimulatie de rapportage zodanig aangepast zijn dat de comfortgrafieken, en dus ook de ATG grafiek, kunnen worden toegevoegd aan de rapportage. Tot die tijd kun je als gebruiker deze zelf toevoegen aan de rapportage door ze op ruimteniveau apart op te slaan en in te voegen. Het aantonen of de ruimten voldoen aan een vereiste ATG klasse kan door het maken van een eigen tabel. Zie figuur 5. Wel dient dan eerst voor de ruimten in het sjabloon ruimte-eisen aangegeven te worden van welke ATG klasse de resultaten in de tabel opgenomen moeten worden.
Heb je vragen over de ATG grafiek of wil je meer informatie over Vabi Elements. Neem dan contact met ons op.