Analyse: Labelverschuivingen per woning bij de NTA 8800

Met de komst van de NTA 8800 zijn er ook nieuwe labelklassen gekomen. Via deze Excel kun je op voorraadniveau bekijken wat de labelverschuivingen zijn. Ondanks dat er gekozen is voor een variant waarbij zo min mogelijk verschuivingen plaatsvinden in de labels, krijgen we toch vaak de vraag hoe het kan dat er zo’n groot verschil is in labels volgens de oude en nieuwe methodiek op woningniveau. Waar komen die verschillen vandaan? Komt het door de brondata, de conversie, de indicator, de methodiek of door al deze factoren? Wij geven je drie tips, met voorbeelden, om dit te analyseren.

Tip 1: Bekijk de geometrie/ netto warmtebehoefte

Geometrisch zijn er twee eigenschappen die anders worden gewaardeerd door de methodiek en de indicator: ongunstige compactheid en kleine oppervlakten.

Compactheid

Omdat de EI een correctie kreeg voor verliesoppervlakte en de EP2 dat niet krijgt, zijn er woningen met een ongunstige ‘compactheid’ (geometrieverhouding: verliesoppervlakte delen door gebruiksoppervlakte). Denk aan hoekwoningen als verliezer en een tussenliggende woning in een appartementencomplex als winnaar. De compactheid is voor de absolute winnaar ongeveer 1,0, en absolute verliezers 3,0. Als vuistregel komen woningen met een compactheid van > 2,0 er slechter vanaf.

Gebruiksoppervlakte

Woningen met een klein gebruiksoppervlakte zijn verliezers. Dit komt door een vaste post hulpenergieverbruik, onafhankelijk van de grootte van de woning. Woningen met een gebruiksoppervlakte van minder dan 40 m2 krijgen hiervoor een correctie in de WWS-punten. Dit is meteen een mooie vuistregel om te zien of dit effect speelt voor de woning. Zit de gebruiksoppervlakte in de buurt van 40 m2? Hoe lager de gebruiksoppervlakte, hoe groter het effect.

Vergelijking netto warmtebehoefte

Ben je een expert en zijn vuistregels niet genoeg? Dan is er een manier om de vergelijking zuiver fysisch te doen. We vergelijken dan de warmtebehoefte van de woning. Een verschil van 5 tot 10% is te verwachten.

Naast de compactheid en gebruikersoppervlakte kan het verschil ook komen door een andere verliezer: AOR/AOS (Aangrenzende Onverwarmde Ruimte en Aangrenzende Onverwarmde Serre).  Deze rekent in de NTA8800 met buitencondities, waar dit in het NV nog met een correctie een hogere temperatuur was.

Omdat de netto warmtebehoefte niet direct uit het NV voorschrift komt, is het nodig om de volgende stappen te doen om de vergelijking te maken:

  1. Maak in versie 6.60 van Vabi Assets Energie een EDR en EIW-rapportage (CSV), onder certificaten.
  2. Reken in Excel de Warmtevraag om van MJ naar kWh: delen door 3.6
  3. Exporteer in Versie 6.60 het Opp [m2] uit NV, en plak deze ernaast in Excel.
  4. Deel in Excel de warmtevraag door het oppervlakte. Je hebt nu ook de netto warmtebehoefte in kWh/m2 uit het NV.
  5. Exporteer de netto warmtebehoefte uit Vabi Assets Energie 8.x en plak deze in Excel
  6. Tip: Trek in Excel de behoeften van elkaar af om uitschieters in het verschil te kunnen zien.

Tip 2: Vergelijk de EP2 in kWh

Tip 1 kijkt naar het effect van de indicator, tip 2 kijkt naar de waardering van de methodiek van het energieverbruik. We kunnen niet de EP2 vergelijken met de EI, maar we kunnen wel het energieverbruik vergelijken. In de onderstaande screenshot staat welk resultaat – na een omrekening – met elkaar te vergelijken is. Omdat het energieverbruik in kWh is, en niet in kWh/m2 is het effect van indicator hierin niet opgenomen. Is de afwijking <10%? Dan komt een eventuele labelverschuiving voornamelijk door de nieuwe indicator in kWh/m2. Is het effect groter dan 10%? Kijk dan naar tip 3!

 

Tip 3: Kijk naar de deelposten

In stap 1 hebben we gekeken naar de EP1: een vergelijking op basis van geometrie en constructies (isolatie). Dit vormt de basis voor de verschuiving. In stap twee gaan we kijken naar het effect van de installaties, de EP2.

In de resultaten van een woning kun je zien welke deelpost voor het grootste energieverbruik zorgt. In het voorbeeld hieronder gaat het om verwarming. Waarschijnlijk is de (aangenomen) data van verwarming de reden van de verschuiving.

Bekende verliezers:

  • PV (door waardering elektriciteit)
  • Tapwater: circulatieleiding aanwezig (zeker bij geïsoleerd)

Bekend winnaars:

  • All electric (bijvoorbeeld verwarming/tapwater voor warmtepomp)
  • Externe warmtelevering

Tip 4: Bepaal de invloed van de aangenomen data

De NTA 8800 kent ongeveer drie keer zoveel unieke datavelden als het Nader Voorschrift. Om een berekening te kunnen maken na de conversie, worden hiervoor realistische aannames gedaan. Deze aannames zijn bijgehouden door middel van conversienotities die rood kleuren in de applicatie. De notities zijn te zien en bij te houden door op ‘controleer object’ te drukken.

Concreet betekent dit dat het pre-label na het aanpassen van de data anders kan uitpakken na een nieuwe opname. Door het bestand te exporteren naar EPA en data aan te passen kun je een gevoel krijgen van de impact van de aangenomen data. Met andere woorden: hoeveel winst valt er te halen om deze data door middel van de kopieertool te verbeteren?

Datavelden die het meest invloed hebben voor deze woning:

  • Algemeen: Daktype
  • Rekenzone: Qv10
  • Ventilatie: Subsysteem
  • Tapwater: Leidinglengten
  • Tapwater: Totaal gebruiksoppersvlakte systeem [m2] (bij gemeenschappelijke/collectieve installatie)
  • Tapwater: Opstelplaats opwekker (bij gemeenschappelijke/collectieve installatie)
  • Tapwater: Volume voorraadvat (bij gemeenschappelijke/collectieve installatie)
  • Tapwater: Circulatieleidingen, diameter en leidingen (bij gemeenschappelijke/collectieve installatie)
  • PV: Piekvermogen en fabricagejaar

Let op: het kan zijn dat andere datavelden voor andere woningen een grote gevoeligheid hebben. Om een beter zicht op de voorraad te hebben kunnen de aangenomen data aangepast worden, de conversienotitie wordt dan verwijderd. Vervolgens kun je de aanpassing complexmatig met behulp van de kopieertool voor de voorraad aanpassen.

In onderstaande tabel is voor een geconverteerde eengezinswoning met een EP2 van 185.41 kWh/m2 per geconverteerde dataveld de gevoeligheid bepaald. Dit geeft een indicatie wat de invloed is van de datavelden. Ter referentie: een afwijking van 10 tot 35 kWh/m2 (afhankelijk van de EP2 score) wordt conform de BRL 9500 gezien als kritieke fout.

 

De volgende tabel toont het effect van aangenomen data voor een woning in een appartementencomplex met een gemeenschappelijke/collectieve installatie.

 

 

Bovenstaand zijn rekenvoorbeelden, het zijn geen Excel info bladen die interactief gebruikt kan worden om door te rekenen.

 

Heb je een vraag over de NTA 8800, of een specifieke vraag over jouw voorraad? Kijk dan eens op onze service en support pagina. Hier vind je wellicht het antwoord op jouw vraag. Kom je er niet uit? Neem dan contact met ons op. Wij helpen je graag verder.

Gerelateerde artikelen

24 september 2024
Sneakpreview: Vabi EPA en Vabi Assets 11.1

Begin november staat er een nieuwe update op de planning, Vabi EPA en Assets 11.1. Naast de verschillende noodzakelijke verbeteringen zijn er ook enkele...

24 september 2024
Transitievisie Warmte naar warmteprogramma: wat houdt het in?

In 2021 hebben alle gemeenten een Transitievisie Warmte op moeten stellen. Hierin geven de gemeenten per wijk aan wat het meest waarschijnlijke duurzame alternatief...

24 september 2024
Nodige koelvermogen bepalen volgens bijlage AA met de rekentool en EPA NTA8800

Sinds 1 juli is het toepassen van actieve koeling bij nieuwbouw niet zomaar voldoende om aan de TO-juli eis te voldoen. Er moet daarbij...