Op 1 januari 2020 zal de NTA8800 worden ingevoerd, een geheel nieuwe methodiek om de energieprestatie van woningen en gebouwen te waarderen. Er zijn echter behoorlijk wat nieuwe technieken op de markt, die nog niet goed in de huidige methodiek werden gewaardeerd. Om deze technieken beter te waarderen heeft de overheid besloten om een zogenaamd “correctieblad” uit te brengen voor de huidige methodiek. Hiervoor hoeft de wet- en regelgeving niet aangepast te worden, maar kunnen de nieuwe technieken nu al op de juiste manier worden gewaardeerd. De wijzigingen zijn afgelopen juli in gegaan en zijn beschikbaar vanaf versie 6.30. Hieronder vetellen we over welke technieken het gaat en hoe je deze kunt invoeren in Vabi EPA-W.
Het gaat om de volgende nieuwe technieken:
- Biomassatoestellen;
- Boosterwarmtepompen op basis van bijlage P (t.b.v. gelijkwaardigheidsverklaringen);
- Water/Water en Brine/Water warmtepompen voor ruimteverwarming op basis van
bijlage Q (t.b.v. gelijkwaardigheidsverklaringen).
Invoer van biomassatoestellen
Er zijn diverse biomassakachels en biomassaketels die je kunt invoeren in EPA-W. Deze kunnen zowel voor verwarming als voor tapwater opgegeven worden.
Er wordt onderscheidt gemaakt tussen 3 soorten biomassasystemen:
- een biomassatoestel die voldoet aan het activiteitenbesluit,
- een biomassatoestel berekend volgens bijlage O (van het aanvullingsblad A1 van de NEN7120) waarmee de minimale verbrandingskwaliteit en de maximale emissie is vastgesteld.
- Als de biomassaketel of -kachel daar niet onder valt, of het bewijs daarvoor is niet aanwezig, dan wordt deze als niet-duurzaam beschouwd. Als er toch een kwaliteitsverklaring van het toestel beschikbaar is, dan kan deze ingevuld worden onder ‘Overig’.
Als er ook geen kwaliteitsverklaring aanwezig is, dan geeft het EPA-adviesplatform aan dat je het biomassatoestel moet opgeven als HR- of CR-ketel, afhankelijk van het rendement van de opwekker.
Een toelichting op de verschillende soorten biomassasystemen is te vinden bij ISSO en het EPA-adviesplatform.
Invoer van boosterwarmtepompen
Een boosterwarmtepomp kun je in EPA-W opgeven bij het tapwater. Mits er een collectief verwarmingssysteem of warmtelevering derden aanwezig is. Er zijn boosterwarmtepompen die ook kunnen koelen, maar dit is niet opgenomen in het Nader Voorschrift en kan je dus niet opgeven in EPA-W.
Invoer van water/water en brine/water warmtepompen?
Een water/water en een brine/water warmtepomp kon je eerder al opgeven in EPA-W. Bijlage Q is aan de NEN7120 toegevoegd waarmee het opwekkingsrendement en de energiefractie bepaald kunnen worden. Voor fabrikanten en leveranciers is het daardoor mogelijk geworden een (betere) kwaliteitsverklaring op te laten stellen. In EPA-W zijn de velden bij de kwaliteitsverklaring uitgebreid om nu ook deze energiefractie op te kunnen geven.
Meer informatie
Wil je meer informatie over EPA-W? Neem dan contact met ons op. We helpen je graag verder.